7 min read

Steeds meer mensen lezen pdf-kranten, maar waarom eigenlijk?

Steeds meer mensen lezen pdf-kranten, maar waarom eigenlijk?
Foto: Surface / Unsplash

Ik heb weer hard mijn best gedaan om een interessante nieuwsbrief voor je samen te stellen, waarin het uiteraard gaat over generatieve AI, maar ik heb ook twee andere onderwerpen uitgekozen om te bespreken.

In deze editie wil ik het namelijk met je hebben over:

  • De kracht en zwakte van de digitale krant.
  • De interessantste cijfers uit het rapport 'NMO Mediatrends 2022'.
  • Google start met publieke tests chatbot Bard

1. Steeds meer mensen lezen pdf-kranten, maar waarom eigenlijk?

In de nieuwsbrief van Thomas Baekdal las ik een interessant feitje: in Duitsland groeit het aantal mensen dat geabonneerd is op digitale kranten. En daarbij gaat het niet om toegang tot artikelen achter een paywall, maar specifiek om abonnementen op de digitale editie van de krant, het pdf-je van de papieren krant, vaak verpakt in een tablet-app.

Nu stond me bij dat in Nederland dezelfde ontwikkeling te zien is en dus ben ik meteen op zoek gegaan naar de cijfers. De meest recente cijfers zijn van 2021, omdat NDP Nieuwsmedia altijd bijna een half jaar nodig heeft om de cijfers over het afgelopen jaar te verzamelen en publiceren... In 2021 is het aantal abonnees dat specifiek is geabonneerd op de digitale krant met 24 procent gestegen naar 344.063. Het aantal mensen dat een abonnement neemt om toegang te krijgen tot premiumartikelen steeg met 45 procent harder, maar het aantal abonnees was in 2021 nog steeds kleiner dan het aantal digitale-kranten-abonnees. Het is opvallend dat er zoveel mensen een pdf van de papieren krant verkiezen boven toegang tot dezelfde artikelen via een site of app. Zeker aangezien abonnementen op de digitale krant eigenlijk altijd duurder zijn dan toegang tot premiumartikelen.

Thomas Baekdal merkt in zijn nieuwsbrief op:

As such, I don't like the format. I don't mean me personally (my personal opinion is irrelevant). I don't like it from a media analysis perspective. Its existence is fundamentally a failure of the industry. But I do understand why it's here, why it has been so successful, and even why it is still growing (in some cases very strongly).
You see, the failure is not necessarily about ePaper. Instead, it is about digital. The reason why ePaper is growing is because our truly digital alternatives aren't good enough.

Het sluit aan bij wat ik begin deze maand schreef in mijn betoog om het stoppen met de papieren krant op werkdagen niet te blijven uitstellen: krantenuitgevers moeten investeren in productontwikkeling.

Los van het feit dat voor een oudere doelgroep de digitale krant vertrouwd voelt omdat het een één op één kopie is van de papieren krant, is het blijkbaar een product dat beter voldoet in een behoefte dan de site of app die kranten nu hebben. Er zijn dan ook een aantal dingen waar een pdf in een iPad-app heel goed in is:

  1. Je kunt hem uitlezen. Onderschat de kracht van iets uit kunnen lezen niet, dat is het grote manco aan bijna iedere site of app, dat je nooit het gevoel hebt dat je klaar bent.
  2. De navigatie en volgorde zijn simpel: je begint op de voorpagina en bladert vervolgens van pagina naar pagina. Het belangrijkste nieuws staat op de eerste pagina's, belangrijke rubrieken hebben een vaste plek etc.
  3. Je wordt niet afgeleid door irritante banners, videoplayers, nieuwsbriefpopups etc. Het enige dat je ziet zijn artikelen en stilstaande printadvertenties.
  4. Foto's en infographics komen vaak beter tot zijn recht. Artikelen met meerdere foto's en infographics worden ontworpen voor print en het online artikel is een aftreksel waarbij de media niet de presentatie krijgen die ze verdienen.

Zolang er geen producten worden gebouwd die deze punten goed invult, zal een groot deel van het publiek de voorkeur blijven geven aan de pdf-krant. Nu kun je dat als krantenuitgever 'wel prima' vinden, maar ik denk dat je als uitgever, om je eigen toekomst veilig te stellen, toch echt met iets beters moet komen.


2. Dit zijn de interessantste cijfers uit het rapport 'NMO Mediatrends 2022'

Het Nationaal Media Onderzoek, dat voortkomt komt uit de oude kijk- en luisteronderzoeken, heeft voor het tweede jaar op rij een rapport gepubliceerd over de mediaconsumptie van Nederlanders. Het rapport NMO Mediatrends 2022 (pdf) staat vol cijfers over het gebruik van 'oude' en 'nieuw' media en bij sommige onderdelen wordt een vergelijking gemaakt met vorig jaar, waarbij je kleine veranderingen ziet. Helaas ontbreken meer jaren, waardoor de cijfers op dit moment geen grotere trends laten zien. De makers van het rapport maken overigens de onhandige fout om te zeggen dat veranderingen in procent zijn, terwijl het om procentpunt gaat. Even opletten als je het rapport gaat lezen...

Ik heb een paar interessante cijfers gevonden die ik uit wil lichten voor je:

  1. Als je kijkt naar het bezit van apparaten dan valt op dat het bezit van radio's tussen 2021 en 2022 met 4,2 procentpunt is gedaald naar 43,7 procent. Daar tegenover staat een stijging van het aantal slimme speakers is gestegen met 2,9 procentpunt naar 24,7 procent.
  2. TV-bezit is zo goed als stabiel: 95,9 procent van de huishoudens in Nederland heeft minstens één televisiestoestel. Wel stijgt het aantal huishoudens zonder tv-abonnement van 7,5 naar 9,2 procent. In de westelijke grote steden is dit zelfs 14 procent. Niet iedereen met een toestel heeft dus ook een ouderwets abonnement.
  3. Het gebruik van bijna alle streamingdienst is vorig jaar gestegen en de helft van de Nederlanders heeft abonnemenenten op meerdere streamingdiensten:

4. Het percentage Nederlanders dat muziek streamt is in een jaar tijd met 5 procentpunt gestegen van 55 naar 60 procent procent. Podcast luisteren steeg minder hard van 22 naar 23 procent. Radio beluisteringen daalde van 75 naar 73 procent.


3. Google start met publieke tests chatbot Bard

In het voorjaar van 2020 toonde Google een chatbot die vele malen beter zou zijn dan alle chatbot tot dan toe waren ontwikkeld, maar deze werd nooit publiek beschikbaar, omdat het systeem niet voldoet aan Google's eigen richtlijnen voor het verantwoord gebruik van kunstmatige intelligentie. Twee jaar later kondigde Google taalmodel LaMDA, ter vergelijken met de GPT-modellen van OpenAI. Sterker nog: het werk van Google op het vlak van taalmodellen heeft de ontwikkeling van GPT mede mogelijk gemaakt.

Dit voorjaar toonde Google LaMDA 2 aan het publiek, maar ook ondanks de vele ontwikkelingen op het gebied van taalmodellen de afgelopen jaren maakte Google ook deze techniek niet beschikbaar. OpenAI deed dat wel en zeker de samenwerking met Microsoft binnen Bing, forceerden Google om nu toch echt iets beschikbaar te maken.

Begin februari kondigde Google daarom chatbot Bard aan en deze is sinds afgelopen week beschikbaar voor een selecte groep gebruikers in de VS en het VK. In Nederland krijg je de melding: "Bard isn’t currently supported in your country. Stay tuned!"

Google zet Bard in de markt als een toevoeging aan zijn zoekmachine en zeker niet als een vervanging van die zoekmachine. Logisch, aangezien de kans aanwezig is dat Bard onjuiste informatie verwerkt in zijn antwoorden. Maar zoals David Pierce van The Verge opmerkt, bepaalt Google niet hoe mensen een chatbot gebruiken. En die gaan het gebruiken als zoekmachine:

All Bard is, from a user experience perspective, is a text box. And what has Google spent two-plus decades training us to do with a text box? Type search queries. Meanwhile, Google has also spent the last few years rebranding itself as “helpful,” using Google Assistant to much more directly answer user questions and adding more information to the results page so you never need to click away. Bard is a search engine — and an extremely on-brand Google one. Whether or not Google wants to admit it, it’s currently launching the future of search.

De meest interessante vraag is natuurlijk hoe Bard zich verhoudt tot ChatGPT van OpenAI en Bing van Microsoft. Het is erg lastig om dat vast te stellen, maar bij The Verge hebben ze een heleboel soorten vragen bedacht die ze alledrie de chatbots konden stellen om te antwoorden te vergelijken. Daaruit kun je niet anders dan concluderen dat de antwoorden van ChatGPT het beste zijn. Nu heeft die ook al de meest vlieguren gemaakt en hebben de ontwikkelaars met wat ze daarvan leerden al aanpassingen door kunnen voeren. Google begint nu pas met testen met 'echte' gebruikers.

Het kan zijn dat Bard de komende maanden zijn achterstand inhaalt, maar zoals ik eerder al schreef: Google heeft niet de juiste uitgangpositie. Het bedrijf wordt tegengehouden door de angst om fouten te maken. Dat kan op lange termijn bijzonder verstandig zijn, omdat we nog helemaal niet weten wat de impact van dit soort systemen (en de fouten die ze maken) zijn. Voor nu lijkt Google echter de wedstrijd te verliezen.


4. Dit heb ik afgelopen week gelezen