6 min read

Nu stoppen met papier kan kranten helpen om hun toekomst veilig te stellen

Nu stoppen met papier kan kranten helpen om hun toekomst veilig te stellen
Foto: Annebell Dogger / Unsplash

Deze week vertrek ik naar Austin, Texas, waar vanaf komende vrijdag de conferentie SXSW plaatsvindt. Voor mij altijd een plek om het grote plaatje te zien bij de ontwikkelingen die er spelen, online en in de media, en me te laten verrassen door mooie voorbeelden van mediabedrijven. Afhankelijk van wat ik daar ga zien en horen, schrijf ik er volgende week maandag over in mijn nieuwsbrief.

Vrijdag (17 maart) deel ik de lessen die ik op SXSW ga leren in een speciale nieuwsbrief. Deze verstuur ik enkel naar betaalde abonnees.

In deze editie wil ik het met je hebben over:

  • Het is tijd voor de eerste Nederlandse krant om met papier te stoppen.
  • Hoe gaan redacties om met generatieve AI?

En verder: afgelopen vrijdag schreef ik een extra nieuwsbrief over de CEO van Axel Springer die journalisten waarschuwt voor de toekomst. Iets waar meer uitgevers zouden moeten doen.


1. Het is tijd voor de eerste Nederlandse krant om met papier te stoppen

"De papieren krant is al veel doodverklaard, daar ga ik niet mee beginnen. Maar dat het einde dichterbij is dan we dachten, kan ik wel beamen."

Dat zegt Gert Ysebaert, de CEO van Mediahuis in een interview met de Belgische krant De Tijd.

De uitgever van onder meer NRC en De Telegraaf zegt dat de combinatie van de hoge papierprijs en dure bezorging zorgen er volgens hem voor dat de papieren krant kostentechnisch steeds lastiger winstgevend te houden is. Nog los van het feit dat er soms helemaal geen bezorgers te vinden zijn, wat zorgt voor een golf van opzeggingen, omdat mensen geen krant ontvangen.

En dat betekent dat de uitgever zijn strategie aanpast:

"De papieren krant is al veel doodverklaard, daar ga ik niet mee beginnen. Maar dat het einde dichterbij is dan we dachten, kan ik wel beamen."
"Je moet lezers overtuigen te betalen voor iets dat lang als gratis werd gepercipieerd, je moet ze overtuigen van de waarde van wat je digitaal te bieden hebt. Dat vraagt tijd, je wil eigenlijk niet dat het té snel gaat. Maar de bedrijfseconomische logica van papier is veranderd. Daarmee moet je rekening houden in je aanpak."

Ysebeart wil de overgang van papier naar online versnellen, maar ondanks dat hij hier open over is in het interview wordt hij weinig concreet. Hij komt niet verder dan dat papieren lezers ook digitaal actief moeten worden.

Bij NRC is 90 procent van de lezers al digitaal actief. Daar moeten we met al onze titels naartoe werken. Als je dat punt bereikt, kan je over alternatieven gaan nadenken. Daar gaat al onze energie naartoe. We zijn vandaag een digitaal bedrijf, dat print erbij doet.

Ik blijf het fascinerend vinden hoe geen enkele uitgever de pleister er in één keer af durft te trekken en met één van zijn titels enkel nog op zaterdag een papieren krant uitgeeft. Nu snap ik dat dat een risicovolle stap is, maar uiteindelijk is het wel de manier om grote stappen te maken naar online.

Krantenredacties werken in de praktijk nog steeds in de eerste plaats voor papier. Journalisten wil met hun verhaal op voorpagina van de papieren krant komen, niet van de website. En mijn ervaring is dat journalisten nog steeds vaak toewerken naar een print deadline, dat de lengte van een artikel wordt gedicteerd door wat de eindredacteur van de krant in gedachten heeft en dat afbeeldingen en infographics in de eerste plaats voor print worden ontworpen.

Het stoppen met print zorgt ervoor dat redacties echt digitaal kunnen gaan werken en dat er in ieder geval veel meer ruimt (geld) beschikbaar komt voor productontwikkeling. Iets wat hard nodig is, omdat kranten over het algemeen, ondanks wat aardige pogingen, nog steeds niet verder zijn gekomen dan een pdf-krant en een vrij traditionele nieuwssite.

Ik snap het afbreukrisico, maar je kunt dat risico beter nu nemen met één van je titels, nu uitgevers er nog relatief goed voorstaan, dan op het moment dat het eigenlijk te laat is en je geen vet meer op de botten hebt. En als je de uitspraken van Ysebeart hoort. kun je niet anders dan concluderen dat uitgevers als Mediahuis nog wel eens verrast kunnen worden met hoe dichtbij dat moment is...

In de tijd dat ik bij de NOS werkte, trok de NPO de stekker uit de dagelijkse tv-uitzending van NOS op 3. Het was een schok voor de tv-redactie, maar ze kregen daardoor ook de ruimte om zich echt te gaan focussen op online. Het resultaat zijn onder meer de welbekende explainervideo's, die nooit hadden bestaan als NOS op 3 tv was blijven maken. De impact van die video's is vele malen hoger dan van het journaaltje ergens op de late avond van NPO 3.

Ademruimte om echt te kunnen vernieuwen is wat kranten nodig hebben en dat lukt niet zolang er elke dag een papieren krant gemaakt moet worden. Door dat bij één titel binnen een uitgeefconcern te doen, verklein je het financiële risico en kun je de lessen die je leert delen met andere titels om daar uiteindelijk met veel minder risico afscheid te kunnen nemen van de doordeweekse papieren krant.


2. Hoe gaan redacties om met generatieve AI?

Wat kunnen/moeten we met generatieve AI? Het is een vraag die binnen veel uitgevers op dit moment speelt en het interessant om te zien hoe iedereen er op een andere manier mee omgaat.

Er zijn al jaren nieuwsorganisaties die artikelen lieten schrijven door een stukje software laten schrijven door een stukje software onder de noemer 'robotjournalistiek'. Vaak gaat het hier niet om getrainde modellen die tekst genereren, maar om templates die programmeurs hebben gemaakt en die worden ingevuld op basis van data. Vandaar dat je robotjournalistiek terugziet bij sportuitslagen, jaarcijfers van bedrijven, verkiezingsuitslagen etc. Allemaal vormen van berichtgeving die gebaseerd zijn op data en die vaak voorkomen, waardoor het de moeite waard is om er een template voor te bouwen.

Dergelijke automatisering is vrij veilig, omdat je in principe weet wat voor soort teksten de software schrijft, maar bij generatieve AI heb je minder controle over het eindresultaat. Eerder schreef ik al hoe belangrijk het bij dit soort systemen is om je bewust te zijn van de de autonomie van het systeem en dat van de redactie. En ook hoe belangrijk het is om daar transparant over te zijn.

Een mooi voorbeeld van die transparantie vond ik bij techsite Wired, waar de redactie een heel artikel schreef over hoe het generatieve AI inzet. Taalmodellen worden niet ingezet voor het genereren of bewerken van artikelen, maar wel voor het genereren van ideeën voor stukken of het doen van suggesties voor koppen of social-media-posts. Dergelijke richtlijnen over waar de technologie wel en niet voor wordt gebruikt, zou elke redactie moeten hebben. En als het even kan, zou dat ook gedeeld moeten worden met het publiek, zoals Wired doet.

Het Nederlandse Innovation Origins laat in tegenstelling tot Wired wel stukken schrijven door generatieve AI. Daarbij gaat het om nieuwsartikelen op basis van externe bronnen of persberichten. In dit stuk stelt Laio, zoals de 'redacteur' heet, zichzelf voor en dit soort artikelen worden door het systeem geschreven. In elk artikel staat een blokje uitleg, zodat je als lezer weet dat het artikel is gegenereerd met behulp van kunstmatige intelligentie:

Hierbij zie ik meteen twee verbeterpunten: het systeem werkt blijkbaar onder supervisie, maar hoe die supervisie er precies uitziet wordt niet vermeld. Ook is niet duidelijk op basis waarvan het systeem onderwerpen selecteert.

Het is interessant om aan de hand van dit soort voorbeeld te zien hoe redacties hier mee omgaan. Hoe de technologie wordt omarmt, maar, zoals Wired en Innovation Origins laten zien, wel op verschillende manieren. Ik ben dan ook heel benieuwd of de grote Nederlandse nieuwsredacties al een beleid hebben over het gebruik van generatieve AI. Tot nu toe heb ik er weinig over gehoord.


3. Dit heb ik afgelopen week gelezen