7 min read

Praat met je gebruiker.

Goedenavond,

On te beginnen: dank voor de felicitaties in mijn mailbox!

Na een maand pauze en een korte bijpraatnieuwsbrief vorige week, heb ik deze week weer een reguliere editie voor je geschreven.

Wat wil je gebruiker?

Toen ik afgelopen week het artikel 'ANP onderzoekt voor het eerst wat gebruikers eigenlijk van de persdienst vinden' langs zag komen, schreef ik in mijn hoofd al meteen een heel zuur stukje voor in mijn nieuwsbrief. Een tekst over hoe compleet idioot het is dat ze tot nu toe nooit hebben onderzocht wat hun gebruikers nu eigenlijk willen, terwijl dat aan de basis zou moeten staan van wat je doet. Na er wat langer over na te hebben gedacht voelde dat alleen wat makkelijk en niet constructief. Dat terwijl het te prijzen is dat ANP er nu wel voor kiest om een onderzoek te doen en ook nog eens de resultaten openbaar te maken in plaats van enkel in de directiekamer te bespreken.

Het doen van dit soort onderzoeken is spannend, want straks blijkt dat mensen helemaal niet tevreden zijn of willen ze dat je dingen anders gaat doen. Wat niet weet, wat niet deert. Maar juist in een wereld die zo snel veranderd als de afgelopen 20 jaar is het ongelofelijk belangrijk om een vinger aan de pols te houden bij je gebruiker. Niet alleen door te kijken naar data, maar ook door hen dingen te vragen. Of je gebruiker nu een professional is, zoals bij het ANP, of een reguliere consument.

Het idee dat een dergelijk onderzoek duur is, is een misvatting. Bij het ANP hebben ze zelf een vragenlijst in Google Forms opgesteld in plaats van een onderzoeksbureau in te huren. Je kunt er ook voor kiezen om gewoon eens met tien gebruikers te bellen door een oproep te doen op social media of in je nieuwsbrief. Het hoeft echt niet moeilijk te zijn. Maar waar journalisten de hele dag mensen interviewen voor artikelen, lijkt een deel het praten met hun publiek ontzettend spannend te vinden.

Uiteraard moet je vooraf goed bedenken wat je wilt weten en helpt het om een hypothese op te stellen en criteria op basis waarvan je die hypothese vervolgens aanneemt of verwerpt. En minstens zo belangrijk: na afloop bedenken wat je gaat doen met datgene waar je achter bent gekomen. Wat heb je geleerd en wat is je volgende stap? In het geval van het ANP ben ik ook vooral heel benieuwd naar de uitkomsten op dat vlak en lees ik over een jaar graag het verhaal over hoe het ANP zijn dienstverlening heeft verbeterd door in gesprek te gaan met zijn gebruikers.

Verder in deze nieuwsbrief

  • Een schoolvoorbeeld van hoe je in gesprek blijft met je publiek.
  • Hoe de NOS OSINT gebruikt bij verslaggeving van de oorlog in Oekraïne.
  • Substack komt met een app die e-mail overbodig moet maken.

Fijne week,

Elger

Opschrijven wat je publiek wil weten

Een schoolvoorbeeld van hoe je in gesprek blijft met je publiek

Cicero Independiente is een lokale nieuwssite in twee steden in de Amerikaanse staat Illinois met een grote latino-gemeenschap. In dit interview gaan ze in op hoe ze verhalen uit het publiek halen en continu met hen praten over wat ze willen. Een schoolvoorbeeld voor hoe je om zou kunnen gaan met je publiek in mijn ogen.

We use a Google form to track the messages, social media posts and in-person feedback that we receive. We’re not always the best at staying on top of it; we remind each other a lot so that we’re all contributing to keeping track. In the past, we’ve reviewed survey results during our team meetings and we’re constantly sharing insights on Slack. The editorial team, which is very small right now, uses the feedback to decide what stories we pursue with our limited resources. The feedback also informs our projects. Next year, we’re planning to launch participatory reporting projects that have been informed by Zoom interviews with our readers.

Hoe NU.nl luistert naar zijn publiek [podcast]

Gert-Jaap Hoekman, hoofdredacteur van NU.nl was afgelopen vrijdag te gast in Een Podcast Over Media. Hij vertelt daarin over hoe NU.nl probeert om heel direct in te spelen op de behoeftes van zijn publiek. Wat specifiek aan bod komt is het in kaart brengen van vragen die leven bij lezers, zodat deze kunnen worden beantwoord.

Dit is iets wat mij al zo'n jaar bezighoudt: dat er in de journalistiek zelden aan het publiek wordt gevraagd: wat wil jij eigenlijk weten? In het verleden heb ik ooit ergens voorgesteld om onder elk nieuwsbericht een formuliertje te plaatsen waar het publiek kon aangeven welke vragen zij hadden na het lezen van een artikel. De discussie in het team ging al vrij snel over het gebrek aan capaciteit om deze mensen persoonlijk te antwoorden. Als je mensen niet antwoordt, dan sturen ze nooit meer een vraag in, was de gedachte van een aantal collega's. In mijn ogen kun je prima aan verwachtingsmanagement doen richting je lezer. En uiteraard kun je in je berichtgeving duidelijk laten zien wat er met vragen gebeurt. In gebruikersonderzoek werd de vragenfunctie goed gewaardeerd, maar uiteindelijk heeft hij - overigens om heel andere redenen - nooit het levenslicht gezien.

Bij NU.nl kijken ze onder meer naar NUjij om erachter te komen wat lezers willen weten, wat uiteraard ook een prima oplossing is. Het hele gesprek met Gert-Jaap, dat ook gaat over lokale journalistiek op NU.nl, is zeer de moeite waard om naar te luisteren.

Axios gebruikt vragen als basis van zijn artikelen

Ik heb het in mijn nieuwsbrief al wel vaker over Axios gehad en ook in het gesprek met Gert-Jaap Hoekman van NU.nl komt deze Amerikaanse nieuwssite ter sprake. In hun artikelen gebruiken ze zinnen als 'what to know', 'why it matters', 'how we got here' en 'what they are saying'. Het zijn letterlijk vragen die je als lezer hebt die worden beantwoord. Hierbij worden bulletpoints gebruikt om structuur aan te bieden en de teksten worden zo kort mogelijk gehouden.

Het resulteert in gortdroge, functionele teksten die je in een paar minuten vertellen wat er aan de hand is, dat in context plaatsen en je belangrijkste vragen beantwoorden. Ik vind het zelf heel prettig om te lezen.

De oorlog

Hoe de NOS OSINT gebruikt bij verslaggeving van de oorlog in Oekraïne

OSINT staat voor Open-source intelligence: onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van openbare bronnen. Onder meer Bellingcat is hier groot mee geworden. De NOS zet deze methode bij zijn verslaggeving van de oorlog in Oekraïne in om beeldmateriaal te verifiëren. Via een speciaal Twitter-account doet de NOS onderzoeksoproepen waarop 'burgerspeurders' kunnen reageren.

De meeste ‘raadsels’ waar @nos_osint hulp bij vraagt worden binnen een à twee uur opgelost. „Ondertussen kun je aan iets anders doorwerken”, zegt Meindertsma. Behalve tijdsbesparing is het project een vorm van transparantie. „Je laat ermee zien hoe je als journalist je werk doet, in plaats van dat je zegt: dit klopt, gelooft u ons maar.” En ja: „Het kan ook dat anderen er echt beter in zijn dan wij.” Van de Klundert: „Dat weet ik wel zeker.”

Wat betekent de afsluiting van Rusland van delen het internet voor de toekomst van het internet?

De sancties van het westen tegen Rusland en de pogingen van Poetin om strenge censuur toe te passen in berichtgeving/communicatie over de oorlog hebben er voor gezorgd dat in slechts een paar weken zo goed als afgesloten is van het internet zoals wij dat kennen. Wat betekent dit (of beter gezegd: wat kan dit betekenen) voor de toekomst van internet? Dit artikel geeft je geen pasklaar antwoord, maar geeft wel een goed beeld van de situatie die is ontstaan en hoe dit binnen ontwikkelingen die al langer spelen.

Clubhouse blijkt een plek waar Russen nog vrij kunnen spreken

Veel social media zijn niet meer bruikbaar in Rusland, maar Clubhouse is een uitzondering. Op die dienst kunnen Russen nog steeds vrij praten over de oorlog in Oekraïne.

Substack wil van mail naar app

Substack komt met een app die e-mail overbodig moet maken

Substack introduceerde twee weken geleden een app om nieuwsbrieven te lezen. Dat klinkt interessant, maar in eerste instantie kreeg je bij het opstarten van de app de suggestie om met één klik alle mails van de nieuwsbrieven waar je op bent geabonneerd uit te zetten. Na kritiek is dit aangepast.

Waar e-mail open is en het voor auteurs ook makkelijk is om te verhuizen naar een andere dienstverlener, is de app van Substack een gesloten platform. Dat is uiteraard heel interessant voor Substack, maar of het in belang van auteurs en hun publiek is...

In our conversation, Best joked that an “evil Substack” might have developed an app that opened not to your chosen newsletters but to the most viral posts of the day: Substack reimagined as the YouTube home page. It’s easy to imagine other things Evil Substack could do, but I won’t tempt fate by writing them down.
In some sense, a Substack app was inevitable. It is in the nature of media to break apart and then come together again in regular cycles, and here we see a clear beginning to a new period of bundling. We won’t know for some time who benefits, and who doesn’t.

Substack heeft hetzelfde probleem als Shopify

Shopify is een dienst waarmee iedereen zijn eigen webshop kan beginnen, net als Substack een dienst waarmee iedereen zijn eigen nieuwsbrief kan beginnen. Beide bedrijven willen meer zijn dan enkel een tool die voor de uiteindelijke eindgebruiker onzichtbaar, maar hun klanten hebben daar eigenlijk helemaal geen baat bij.

Dit wil ik ook nog met je delen