8 min read

Hoe je als NOS vertrouwen moet winnen als je eigen organisatie in het nieuws is

Hoe je als NOS vertrouwen moet winnen als je eigen organisatie in het nieuws is
Foto: NOS

Deze nieuwsbrief schrijf ik vanuit Austin, Texas, waar ik voor de zesde keer de conferentie/het festival SXSW bezoek. Los van de inhoud van de sessies is het hele programma en de populariteit van de verschillende sessies iedere keer week een goede indicatie van 'what's hot'. Het zal je niet verbazen dat alle sessies die iets te maken hebben met (generatieve) AI propvol zitten.

In deze nieuwsbrief ga ik het nog niet over SXSW hebben. Dat bewaar ik voor mijn vrijdageditie van deze week. Wil je die ontvangen? Wordt dan betaald lid van mijn nieuwsbrief? V00r 6 euro per maand (of 59 euro per jaar) krijg je wekelijks een extra nieuwsbrief, de mogelijkheid om een half uur 1-op-1 mijn "brain te picken" en ik heb nog wat leuke ideeën voor als de club van betalende leden verder groeit. Betaald lid worden is tevens de manier om wat terug te doen voor alle tijd en energie die ik al acht jaar lang elke week in mijn nieuwsbrief stop.

In deze editie wil ik het met je hebben over:

  • Hoe zorgt je als nieuwsorganisatie voor vertrouwen van het publiek als je zelf in het nieuws bent?
  • Spotify hoopt dat mensen podcasts gaan luisteren door ze continu in hun gezicht te drukken.
  • Media zouden hun producten slim moeten bundelen met die van andere bedrijven.

1. Hoe zorgt je als nieuwsorganisatie voor vertrouwen van het publiek als je zelf in het nieuws bent?

De onthullingen over de verziekte cultuur op de sportredactie bij de NOS zijn inmiddels het zoveelste bewijs hoe er echt iets moet veranderen in de media als het gaat om de werkcultuur. En dat niet alleen: dat het eigenlijk nooit goed kan zijn als dezelfde mensen meer dan 20 jaar lang de leiding hebben op een redactie.

Ik heb in aanloop naar deze nieuwsbrief getwijfeld om er inhoudelijk op in te gaan. Ik heb zeven jaar lang een verdieping lager gewerkt. Ik weet ook hoe slecht de sportredactie scoorde bij de werkbelevingsonderzoeken die de NOS deed en je hoort natuurlijk wel eens verhalen uit derde hand. Maar inhoudelijk heb ik weinig toe te voegen aan wat er afgelopen week als is gezegd en geschreven.

Toch wil ik het erover hebben, omdat ik het interessant vind hoe de nieuwsredactie van de NOS hier mee omgaat. Dit nieuws gaat over hun eigen collega's, waarvan een groot deel van de nieuwsredactie overigens niet direct samenwerkt met de sportcollega's. Het zijn twee losse verdiepingen die ieder hun eigen dingen doen, maar het is uiteindelijk natuurlijk één organisatie.

En dat doet natuurlijk ook wat met het publiek. Sterker nog: de NOS is voor het publiek één merk dat nieuws en sport brengt. Dus kan de NOS wel objectief berichten over hoe ziek de eigen organisatie is?

De enige oplossing hiervoor is intern heel duidelijke afspraken maken en transparant zijn richting het publeik over hoe je te werk gaat. Dat deed de NOS al vrij snel met een verklaring van de (nieuws)hoofdredactie:

Dus overleggen we op deze momenten veel met elkaar, om onze journalistieke afwegingen te toetsen. Door met meerdere ogen naar het onderwerp te kijken en keuzes te bediscussiëren, voorkom je onbedoelde terughoudendheid of juist het tegenovergestelde daarvan. Zo zorgen we er met de redactie voor dat de berichtgeving scherp blijft en vrij van onbedoelde emoties. En u dus juist ook bij de NOS feitelijk wordt geïnformeerd over dit onderwerp.

Laat ik beginnen dat het heel goed is dat de nieuwsredactie deze verklaring deelt, maar ik denk dat dit scherper kan door heel duidelijk afspraken te maken en deze te communiceren. "Door met meerdere ogen naar het onderwerp te kijken en keuzes te bediscussiëren", klinkt nog wat vrijblijvend voor een buitenstaander. En er wordt eigenlijk niks gezegd over hoe er om wordt gegaan met het krijgen van reacties (behalve dat het via de eigen communicatie-afdeling gaat) of wat er gebeurt met verhalen die men intern kent, maar de buitenwereld niet. De scheidslijn tussen de redacties is immer enkel een vloer, geen metershoge muur waar je niet overheen komt.

Daarnaast is deze verklaring geplaatst op over.nos.nl. Een corporate-site waar 99,9 procent van het publiek nooit komt. In het eerste artikel dat gepubliceerd werd na deze verklaring werd een kadertje met een link geplaatst. In een volgend artikel werd dit uren na publicatir pas toegevoegd, nadat men dit was vergeten. Andere artikelen en ook de stukken die eerder die week waren gepubliceerd kregen geen enkele vermelding van deze verklaring...

Het stuk van de hoofdredactie had natuurlijk in elke stuk dat hierover geschreven wordt gelinkt moeten worden en zou, zolang dit in het nieuws is, een plek op de homepage van NOS.nl moeten hebben. Transparantie is de belangrijkste manier om vertrouwen te winnen. Niet alleen voor de berichtgeving over dit onderwerp, maar in je berichtgeving over het algemeen. Als het publiek twijfelt over hoe de NOS hier mee omgaat, dan is dat de basis om te twijfelen over alle berichtgeving. En dat is de laatste drie jaar sowieso een issue voor de NOS, dus het zou op dit vlak echt het maximale moeten doen om het vertrouwen te winnen.

Afgelopen week laat zien hoe de NOS niet alleen werk aan de winkel heeft als het gaat om de cultuur op de sportredactie drastisch te veranderen en gebaar te maken richting iedereen die zich hiervan het slachtoffer voelt. Maar ook, al staat het in geen enkele verhouding tot elkaar, dat de NOS nog werk te doen heeft als het gaat om het winnen van het vertrouwen van het publiek. De manier waarop ze dat nu hebben gedaan is een krappe voldoende, terwijl de NOS zou moeten streven naar een 10.


2. Spotify hoopt dat mensen podcasts gaan luisteren door ze continu in hun gezicht te drukken

Spotify heeft een probleem: dat wat gebruikers willen van de dienst en dat wat voor Spotify business-wise interessant is, zijn twee verschillende dingen. En dus probeert het bedrijf op allerlei manieren zijn zin door te drukken. De nieuwste poging: een TikTok-achtige feed inclusief automatisch afspelende videopodcasts.

Spotify wil heel graag het platform voor alle audiocontent zijn: muziek, podcasts en sinds kort ook audioboeken. Daarnaast zet het bedrijf voor de zoveelste keer in op videopodcasts, omdat dat op YouTube succesvol is. Spotify wil deze alles-in-één-dienst niet alleen zijn omdat het goed is voor de retentie, maar ook omdat het een probleem heeft: muziek streamen is in financieel opzicht niet erg interessant, aangezien de omzet die daaruit voortkomt vooral ten goede komt aan de platenmaatschappijen die de rechten over de muziek hebben. Hoe meer iemand streamt, hoe meer geld het kost.

Podcasts en audioboeken zijn in dat opzicht interessanter, omdat Spotify hiervoor de rechten kan afkopen of ze zelf kan produceren en vervolgens meer verdiend als meer mensen abonnee worden. Nu is Spotify in veel landen de populairste podcastplayer, maar er zijn ook heel veel gebruikers die enkel muziek willen luisteren. Door podcasts actief in het gezicht van die mensen te blijven duwen hoopt het bedrijf muziekstreamers alsnog aan de podcasts te krijgen. Dat deed het al met vorige UI van de Spotify-app, maar het wordt alleen maar erger.

Het is maar de vraag of het Spotify lukt om gebruikers die dat in eerste instantie niet willen meer dan alleen muziek te laten streamen. Misschien komt er voor een deel van de gebruikers een punt dat ze er klaar mee zijn en overstappen naar een andere dienst.

Tot zover de cynische benadering van deze verandering. Wat ik interessant vind aan de nieuwe feed is dat het discovery-probleem van podcasts na jaren nog steeds niet is opgelost. Niet alleen binnen Spotify, maar in de gehele podcastmarkt. Mensen ontdekken nieuwe podcasts nog vooral doordat vrienden of familie ze aanbevelen. De nieuwe Spotify-feed kan een manier zijn om nieuwe podcasts te ontdekken, al ligt de focus hierbij volledig op video. Het overgrote deel van de podcasts is nog steeds audio-only en die willen net zo graag ontdekt worden als videopodcasts.


3. Media zouden hun producten slim moeten bundelen met die van andere bedrijven

De Amerikaanse krant The Washington Post is een samenwerking aangegaan met de populaire meditatie-app Headspace. De krant focust zich sinds kort meer op welzijn en wil een nieuwe groep mensen bereiken door een bundelabonnement aan te bieden. Nieuw abonnees kunnen met een fikse korting een abonnement krijgen op zowel The Washington Post als Headspace, dat werkt met een abonnementsmodel. Nieuwe lezers die dat niet willen en een 'normaal' abonnement afsluiten, krijgen in ieder geval altijd 30 dagen gratis toegang tot de meditatie-app. Ook qua content werken beide partijen samen om elkaar te verstereken.

The Washington Post offers bundle subscription with Headspace app
The Washington Post and Headspace are offering a subscription bundle, part of the Post’s efforts to market its wellness coverage and target non-hard news readers.

Het valt me op dat dit soort bundels nog steeds weinig worden aangeboden. Dat terwijl ik er van overtuigd ben dat het zowel uitgevers, als de bedrijven waarmee zij samenwerken, kan helpen. Door de juiste match te vinden kunnen mensen over de streep worden getrokken voor één van beiden. Zeker voor nichemedia biedt dit ongelofelijk veel kansen.

Een bundel van de Veronica Superguide en een streamingdienst, van Men's Health en een sportschoolabonnement, van het FD en een app om grip te krijgen op je persoonlijk financiën... Het is niet zo moeilijk om interessante combinaties te bedenken.

Overigens is het bij The Washington Post wel zo dat de bundel maar voor een jaar geldt, daarna krijg je automatisch twee losse abonnementen voor de volle prijs. Een gemiste kans denk ik, omdat juist een bundel met korting er voor kan zorgen dat mensen lid blijven van beiden, terwijl je misschien niet per sé de volle mep wil betalen voor één van de twee.


4. Dit heb ik afgelopen week gelezen