8 min read

Na vijf jaar onzekerheid neemt Google een besluit: de third-party cookie blijft

Google Chrome blijft definitief tracking cookies ondersteunen, ondanks Google's aankondiging dat ze zouden verdwijnen.
Na vijf jaar onzekerheid neemt Google een besluit: de third-party cookie blijft
Foto: Mitchell Luo / Unsplash

Misschien heb je het gemerkt, misschien ook niet, maar vorige week heb ik geen nieuwsbrieven verstuurd. Als je allang abonnee bent, weet je dat dat weinig voorkomt. Het schrijven van mijn nieuwsbrief is iets waar ik altijd tijd voor maak en waar ik ook regelmatig iets voor opoffer.

Een combinatie van een overvolle agenda, een te lange to-dolist en hooikoorts des doods resulteerde erin dat ik concludeerde dat ik even voor mezelf moest kiezen en mijn nieuwsbrief een weekje moest overslaan.

Komende zaterdag en volgende week woensdag verschijnt er gepland geen nieuwsbrief vanwege een lang weekend weg (zie ook mijn publicatieschema) en daarom deze woensdag een nieuwsbrief voor iedereen en niet alleen voor betalende leden. Mijn volgende nieuwsbrief verschijnt op zaterdag 10 mei.

In deze editie wil ik het met je hebben over:

  • Na jaren van dreiging verdwijnen third-party cookies toch niet.
  • OpenAI werkt aan een sociaal netwerk.

Na jaren van dreiging verdwijnen third-party cookies toch niet

Ken je dat verhaal over het einde van tracking cookies? Dat kwam niet.

Begin 2020 kondigde Google aan dat het gebruik van tracking cookies, officieel third-party cookies genoemd, binnen zijn webbrowser Google Chrome in twee jaar tijd zou worden uitgefaseerd. Een week geleden werd bekend dat Chrome definitief tracking cookies blijft ondersteunen. Een opluchting voor veel uitgevers, maar privacytechnisch slecht nieuws.

Voor het hele verhaal over het afschaffen van third-party cookies in Google Chrome kun je een boek schrijven. Letterlijk. Dat ga ik niet doen, maar het is wel interessant om even in de historie te duiken.

Tracking cookies staan al sinds begin deze eeuw onder druk, omdat het privacytechnisch natuurlijk niet heel fijn is dat je internetgedrag door grote bedrijven wordt bijgehouden en gebruikt wordt om gepersonaliseerde advertenties te tonen. In de EU is het sinds 2011 verplicht om gebruikers te laten instemmen met het gebruik van dergelijke cookies. Sindsdien kennen we de cookiemuur / cookiepop-up, de slechts denkbare manier van hoe je internetgebruikers controle kunt geven over hun privacy.

Het zorgde er echter wel voor dat tracking cookies onder druk kwamen te staan. Webbrowsers Firefox en Safari besloten third-party cookies standaard te blokkeren. En ook Google voelde aan dat tracking cookies misschien hun langste tijd hadden gehad. In 2019 begon het bedrijf daarom met een project dat Privacy Sandbox heette. Het doel: een privacyvriendelijkere technologie ontwikkelen om gepersonaliseerde advertenties mogelijk te maken.

Google is met de advertentienetwerken en -technologie die het heeft zo afhankelijk van cookies, dat het beter was om zelf een alternatief te ontwikkelen dan het verder aan banden leggen af te wachten. In 2020 kwam dan ook de aankondiging dat Chrome twee jaar later third-party cookies zou gaan blokkeren. De hele industrie zou over moeten stappen op een alternatief, Google's alternatief was het idee van het bedrijf. Als Chrome geen tracking cookies meer toelaat, is het namelijk afgelopen. De browser heeft een marktaandeel van ongeveer tweederde.

De aankondiging van Google viel niet in goede aarde bij zowel uitgevers als adverteerders. Tegelijkertijd zag je ook dat er binnen de industrie net te weinig actie werd ondernemen om echt iets te gaan veranderen. Dat terwijl een groot deel van de omzet van online media onder druk stond.

Ondertussen ging Google lekker door met het ontwikkelen van een alternatief. Niemand was daar eigenlijk blij mee. Door de marktmacht die Google op de browsermarkt heeft, zou het kunnen afdwingen dat het alternatief werd gebruikt, maar dat zou de macht van Google op de advertentiemarkt alleen maar verder vergroten. Immers: third-party cookies zijn geen technologie die in handen is van Google; het alternatief zou dat wel zijn.

Tegelijkertijd kwam er ook inhoudelijke kritiek op Google's alternatief, genaamd Federated Learning of Cohorts (FLoC). Dat zou helemaal niet zo privacyvriendelijk zijn als gehoopt. En toezichthouders, waaronder de Britse CMA, startten een onderzoek naar mogelijk machtsmisbruik door Google.

In juni 2021, een half jaar voor de geplande uitfasering van tracking cookies in Chrome, kondigde Google het eerste uitstel aan. Pas eind 2023, twee jaar later dan gepland, verdwijnen de cookies uit Chrome. Een half jaar later komt Google met een nieuw alternatief voor third-party cookies dat privacyvriendelijker zou moeten zijn dan FLoC, namelijk het lokaal opslaan van bredere interessegebieden van internetgebruikers (bijvoorbeeld: je houdt van voetbal of koken).

In juli 2022 volgde opnieuw uitstel, ditmaal naar de tweede helft van 2024. Op 4 januari van dat jaar schakelde Google vervolgens bij 1 procent van alle Chrome-gebruikers wereldwijd third-party cookies uit. Het zou de eerste grote test zijn richting de definitieve uitfasering. Drie maanden later dwingt de Britse toezichthouder CMA Google echter om te stoppen met de uitrol.

Afgelopen zomer kondigt Google aan dat de uitfasering is stilgelegd en dat gebruikers een keuze krijgen of ze third-party cookies wel of niet willen toestaan, browserbreed. Eigenlijk gewoon datgene dat de uitkomst had moeten zijn van de Europese regelgeving uit 2011...

Maar ook dat gaat niet gebeuren. Google kondigde vorige week aan dat er helemaal niets verandert. Er komt zelfs geen keuze-optie om cookies uit te kunnen zetten.

Uiteindelijk kent dit hele verhaal alleen maar verliezers. Adverteerders en uitgevers hebben jarenlang in de stress gezeten en heel veel geld weggegooid. Aan de andere kant is de privacy van de gemiddelde internetter er niet beter op geworden. Dat Google de industrie vijf jaar lang in zijn greep heeft gehouden, terwijl niemand er iets mee op is geschoten, is de ultieme bevestiging dat Google te machtig is.


OpenAI werkt aan een sociaal netwerk

OpenAI is bezig met het bouwen van een eigen sociaal netwerk, werd vorige week bekend. Of het ooit daadwerkelijk beschikbaar wordt, is afwachten, maar OpenAI is een bedrijf dat vooral veel dingen snel bouwt en publiekelijk beschikbaar maakt.

De vraag is natuurlijk wat precies het idee achter een sociaal netwerk van een AI-bedrijf is. Is het puur bedoeld om media die zijn gecreëerd met de modellen van OpenAI te delen? Je ziet dat mensen massaal AI-creaties delen op social media. Ik kan muppets, action figures of Studio Ghibli-tekeningen niet meer zien. Tegelijkertijd is het ontzettend eendimensionaal.

Mensen delen AI-creaties op basis van eigen foto's omdat ze het zelf leuk vinden. Ze zien een muppetfoto van iemand die ze kennen en willen dan ook zo'n plaatje van zichzelf delen, maar na het zien van tien muppets vindt werkelijk niemand het nog leuk om iemand als muppet te zien.

Daarnaast zie je dat AI-creaties worden gemaakt om viral te gaan. Het heeft allemaal weinig om het lijf, maar bepaalde plaatjes of video's scoren nou eenmaal goed in de algoritmes van platforms als Instagram en X.

Een sociaal netwerk dat enkel bedoeld is om AI-creaties te delen voelt uiteindelijk vooral heel leeg. Een maand geleden schreef ik al dat ik me zorgen maak over hoe Meta denkt over het gebruik van kunstmatige intelligentie in relatie tot (social) media en onderlinge communicatie. Een sociaal netwerk met alleen maar AI-creaties voelt als de overtreffende trap.

Het is natuurlijk de vraag of het überhaupt een grote groep gebruikers aan zich weten te binden. Misschien blijkt er geen interesse in bij het grote publiek. Of misschien hoop ik dat gewoon.

De kans is ook groot dat OpenAI een sociaal platform wil ontwikkelen waar kunstmatige intelligentie een belangrijk onderdeel van is. X gaat steeds meer die kant op. De integratie van Elon Musks Grok heeft sociale media en AI op een slimme manier verweven. Wat dat betreft zou OpenAI's sociale netwerk ook gewoon een manier zijn om Elon Musk te pesten. Hij en OpenAI-baas Sam Altman zijn nou niet de beste vrienden... Daarnaast kan een sociaal netwerk OpenAI nieuwe trainingsdata opleveren.

Al met al is het interessant om te zien hoe sociale media en kunstmatige intelligentie in korte tijd zeer sterk verweven raken. Niet omdat het grote publiek erop zit te wachten, maar omdat de AI-industrie en sociale media voor een significant deel in handen zijn van dezelfde bedrijven en mensen. En laat dat nou net de bedrijven en mensen zijn die precies weten hoe ze mensen verslaafd kunnen maken aan dingen waar je je vanaf kunt vragen of het goed voor mensen is.

En voor de duidelijkheid: ik ben niet tegen kunstmatige intelligentie, helemaal niet zelfs. Maar een wereld waarin media en communicatie tussen mensen grotendeels worden gedomineerd door AI-creaties voelt voor mij toch net wat te dystopisch.


Kort