5 min read

Mensen willen best betalen voor nieuws op internet

Goedemorgen,

Wie mijn nieuwsbrief wekelijks leest, zal het opvallen dat ik bijna elke keer over podcasting schrijf. Als eerste omdat er ontzettend veel gebeurt op dat vlak en het daarom (één van) de interessantste ontwikkeling(en) in de media van dit moment is. Het is echter ook iets waar ik zelf gewoon een heel groot deel van mijn tijd aan besteed.

Zoals ik eerder al heb verteld, maak ik deze winter een podcast rondom Wie is de Mol?: Trust Nobody. En met bijna 2000 luisteraars per aflevering is dat een bescheiden succes te noemen voor een compleet onafhankelijke podcast. Zeker omdat ik in de statistieken zie dat mensen de podcast ook echt uitluisteren tot het einde. Mensen luisteren gewoon meer dan een uur naar het geklets van Mark, Nelleke en mij over Wie is de Mol?!

Daarnaast maak ik nog steeds iedere week Rush Talk voor Numrush. In deze podcast praat ik wekelijks met een gast over innovatie. De afgelopen weken ging het onder meer over het gebruik van slimme technologie op boerderijen, innovatie op festivals en het prijskaartje van de bitcoinhype.

Een speciaal project binnen Rush Talk is een korte podcastserie die ik samen met collega Stan Hulsen heb gemaakt. De afgelopen twee maanden hebben we onderzoek gedaan naar de aftapwet, waarover we op 21 maart in een referendum mogen gaan stemmen. Waar gaat die wet nu echt over en wat zit er achter het publieke debat? We gaan voorbij aan de voor-tegen-discussie en duiken in de wereld van het werk van inlichtingendiensten en wat dat betekent voor gewone burgers. De eerste aflevering van deze serie, die Goed Ingelicht heet, staat inmiddels online.

Genoeg geplugd, tijd voor mijn nieuwsbrief. Met deze week:

  • De digitale omzet van The New York Times groeit heel hard
  • Hoe kun je podcasts promoten via social media?
  • Innovatie rond de Olympische Spelen

Fijne zondag,
Elger

Feest bij The New York Times

Digitale inkomsten New York Times groeien razendsnel

Als mensen zeggen dat er geen geld te verdienen is met nieuws op internet, dan hoef je alleen maar 'The New York Times' te zeggen. In 2017 groeide de inkomsten uit digitale abonnementen namelijk met 46 procent naar 340 miljoen dollar. En zelfs de inkomsten uit advertenties groeiden.

Nu is The New York Times misschien een uitzondering op de regel. Het is één van de grootste kranten van de VS die zich richt op een publiek dat bereid is om te betalen. Het digitale succes van de krant betekent simpelweg niet dat anderen dat ook kunnen behalen. Toch zie ik het graag positief: mensen willen best betalen voor nieuws op internet. Als het maar het juiste nieuws is, van de juiste afzender.

The Guardian draait zwarte cijfers in de VS dankzij betalende lezers

Een extra bewijs daarvoor zien we bij The Guardian. De Britse krant komt eindelijk uit de rode cijfers in de VS, dankzij lezers die betalen. Daarbij gaat het overigens niet zozeer om abonnees, maar om donaties. The Guardian vraagt lezers onder zijn artikelen om de krant te steunen. Dat biedt weinig garanties voor de toekomst, omdat het vooral gaat om eenmalige betalingen. Tegelijkertijd is het wel een ontzettend krachtig teken: lezers kunnen alles gratis lezen, maar betalen letterlijk om de journalistiek te steunen. Zou je niet willen dat elke euro die je als medium verdient om die reden binnenkomt?

Mensen laten betalen? Dat kan ook werken voor lokaal nieuws

Een interessante analyse: waarom zou je de succesvolle manieren om gebruikers te laten betalen niet inzetten voor lokaal nieuws. (Met dank aan Jurjen IJsseldijk voor de tip)

Podcasts zijn niet deelbaar

Podcasts hebben moeite om door te breken op social media

Voor elke podcastmaker is dit een bekend probleem: je kunt wel een link naar je podcast delen op Twitter of Facebook, maar dat levert niet heel veel nieuwe abonnees op. Het pluggen van je podcast op social media is ontzettend moeilijk, omdat het luisteren naar een podcast zo'n andere mediaconsumptie is dan luisteren naar audio. En je kunt ook niet even snel een beeld krijgen of iets leuk/interessant is, er is geen klikfactor.

Dit artikel van Digiday geeft een leuk inkijkje in hoe traditionele media omgaan met dit probleem.

Zo promoot Buffer zijn podcast

Buffer is een tool om social-media-posts in te plannen en zij schrijven met regelmaat ontzettend uitgebreide blogposts vol tips, tricks en inzichten op het gebied van marketing via social media. Toen Buffer zijn eigen podcast lanceerde hebben ze vervolgens een uitgebreid overzicht gegeven van hoe ze hun podcast wegzetten op social media. En daar zitten wat goede tips tussen.

In Nederland zie ik onder meer David Achter de Molen het heel slim aanpakken. Hij deelt fragmenten uit zijn podcasts via Instagram Stories om mensen te triggeren naar zijn podcast te luisteren. Voor mij vaak een reden om een aflevering op te zetten omdat ik dan weet dat hij een leuke gast heeft.

Spotify: Van muziekdienst naar internetbedrijf dat zich focust op audio

Het delen op social media is natuurlijk niet de enige manier om luisteraars naar een podcast te trekken, maar ook andere manier op te zorgen dat mensen podcasts kunnen ontdekken blijven achter. Mijn verwachting is dat Spotify hierin een leidende rol gaat nemen. Ik schreef erover in mijn wekelijkse mediacolumn op Numrush.

Innovatie rond de Olympische Spelen

Snapchat gaat livestreamen

De Olympische Spelen zorgen iedere twee jaar weer voor leuke innovaties in de media. Het is de perfecte plek om nieuwe dingen uit te proberen of te lanceren en vaak is er bij mediabedrijven ook wat extra geld beschikbaar voor toffe projecten rond het sportevenement.

Ook internetbedrijven grijpen de spelen vaak aan om nieuwe functies te lanceren. Dit keer springt Snapchat eruit. Dat bedrijf gebruikt de Spelen aan om een livestreamfunctie voor mediapartners te lanceren. NBC heeft de primeur en maakt korte livestreams van 2 tot 6 minuten vanuit Pyeongchang.

The New York Times lanceert een chatbot binnen zijn app

The New York Times gebruikt chat als een nieuwe manier om verslag te doen van de Olympische Spelen. Opvallend genoeg kiest het daarbij niet voor bestaande chat-apps, maar heeft een chatbot-functie toegevoegd aan zijn eigen app.

En dan nog dit