7 min read

Het AD optimaliseert pushberichten, maar hoe zorgt de redactie dat meer mensen ze ontvangen?

Meer AD-lezers klikken op de pushberichten van het AD, maar er is voor de krant veel meer uit te halen door niet enkel te optimaliseren voor de huidige ontvangers.
Het AD optimaliseert pushberichten, maar hoe zorgt de redactie dat meer mensen ze ontvangen?
Foto: camilo jimenez / Unsplash

In deze nieuwsbrief wil ik het met je hebben over:

  • Het AD optimaliseerde zijn pushberichten, maar bereikt het overgrote deel van het publiek er nog steeds niet mee.
  • De mogelijke effecten van chatbots op mentale gezondheid zijn alarmerend.

Het AD optimaliseerde zijn pushberichten, maar bereikt het overgrote deel van het publiek er nog steeds niet mee

Spelen redacties met de pushberichten die ze versturen wel in op de behoeften van hun publiek? Die vraag stelde ik anderhalve maand geleden in mijn nieuwsbrief. Ik schreef toen dat de daling van de interesse in nieuws aanleiding zou moeten zijn om heel goed te kijken hoe een pushstrategie kan inspelen op de behoeften van het publiek.

"Volgens mij is er geen enkele Nederlandse redactie die een gebruikersonderzoek heeft gedaan naar pushnotificaties, terwijl dat volgens mij heel interessante inzichten op kan leveren", schreef ik toen.

Vorige week las ik op LinkedIn een post van Colin van Hoek, chef digitaal bij AD.nl. Hij schrijft vol trots dat het verkeer vanuit nieuwspushes met landelijk nieuws, na aanscherping van het pushbeleid, met 18 procent gestegen is. Het pushbeleid is aangescherpt door goed te kijken naar de cijfers en te evalueren. Van Hoek schrijft daarover:

De cijfers lieten iets anders zien. Meer pushen = meer verkeer en óók achtergrond, persoonlijke verhalen en opmerkelijke stukken werden vaak geopend. Na een analyse zijn we gestart met experimenteren en vooral evalueren (met hulp van Sonny in 't Zandt). Elke week keken we wat er goed ging en niet, wat we konden leren van de vorige week, etc.

Dit verhaal laat zien dat goed naar de cijfers kijken en dingen testen zich uitbetaalt. Een stijging van 18 procent in verkeer is aanzienlijk en daar mag de redactie van het AD trots op zijn. Een deel van die stijging komt doordat er meer wordt gepusht, maar de gemiddelde doorklik per pushbericht is ook hoger en het aantal mensen dat pushberichten uitzet is niet gestegen. Tegelijkertijd zie je hier precies gebeuren waar ik vorige maand over schreef: er wordt enkel geoptimaliseerd in verkeer en niet gekeken welke behoeften gebruikers daadwerkelijk hebben.

Het AD heeft geoptimaliseerd voor gebruikers die al gebruik maakten van pushberichten, voor mensen die al gewend waren om meerdere keren per dag allerlei soorten verhalen te ontvangen. En die optimalisatie bestaat uit zorgen dat die mensen meer doorklikken, wat bijdraagt aan de interne doelen van het AD.

Maar waarderen mensen die pushberichten ook hoger? Welk gevoel geeft het ze? Wat doet het met de binding met het merk AD? Het zijn vragen die onbeantwoord blijven, terwijl dat uiteindelijk onderdeel is van de loyaliteit op lange termijn en de betalingsbereidheid.

Daarnaast richt dit zich enkel op een kleine groep. Ik ken de cijfers van het AD niet, maar in Nederland ontvangt slechts 19 procent van de nieuwsgebruikers pushberichten van een nieuwsapp. Dat blijkt uit cijfers die zijn verzameld voor het Digital News Report 2025 en die onderzoekers van het Commissariaat voor de Media met me hebben gedeeld. Het overgrote deel van de gebruikers heeft dus de pushberichten van een nieuwsapp uitstaan.

44 procent van de ondervraagden zegt dat ze pushberichten bewust hebben uitgezet. Meer dan de helft daarvan deed dat, nadat ze een tijdje pushberichten ontvingen, maar vonden dat het er te veel waren of dat ze niet nuttig waren. Een snelle bierviltjesberekening leert dus dat er meer mensen zijn afgehaakt dan dat er nu nog pushberichten ontvangen. Dat zijn mensen die je niet terugwint op het moment dat je verder gaat optimaliseren, maar die je kwijt bent. Juist op het moment dat pushberichten steeds belangrijker worden, zoals Van Hoek ook schrijft op LinkedIn:

Een paar maanden geleden zijn we ons nog meer gaan richten op onze eigen kanalen (direct verkeer, push en nieuwsbrieven). Daar moet de groei voor de toekomst vandaan komen en via deze kanalen bereiken we onze trouwste bezoekers.

Als je daadwerkelijk groei wilt bewerkstelligen zul je niet enkel moeten optimaliseren voor die 19 procent, maar juist die grotere groep daarbuiten die geen pushberichten meer krijgt omdat men het er te veel vindt en die men niet nuttig vindt.

En dat begint bij gebruikersonderzoek. Ga in gesprek met de ontvangers van pushberichten, maar ook de mensen die ze uit hebben gezet of ze zelfs nooit aanzetten. Uiteindelijk wil niet iedereen pushberichten ontvangen, maar ik ben ervan overtuigd dat er meer uit te halen is dan enkel een boost in verkeer door te optimaliseren voor de groep die nu pushberichten ontvangt.


De mogelijke effecten van chatbots op mentale gezondheid zijn alarmerend

In de begindagen van de huidige AI-hype waren er nog grote zorgen over de mogelijke veiligheidsrisico's van geavanceerde kunstmatige intelligentie. Er waren zelfs een heleboel vooraanstaande wetenschappers en experts die opriepen om de ontwikkeling tijdelijk stil te leggen.

Een kleine drie jaar later voelt dat als een andere tijd. Generatieve AI is een wedstrijd geworden waar belachelijke hoeveelheden geld in omgaan en het vooral gaat om snelheid en marktaandeel. Natuurlijk wordt er nog wel onderzoek gedaan naar veiligheid, maar de ontwikkelingen gaan eigenlijk te snel om goed te kijken naar de risico's en naar wat in de praktijk gebeurt.

Veiligheid gaat niet alleen over de directe risico's van geavanceerde kunstmatige intelligentie, maar ook over de maatschappelijke gevolgen van het gebruik van deze technologie. Wat dat betreft is het vergelijkbaar met de opkomst van de smartphone en social media, maar dan drie keer zo snel. We beginnen ons de laatste jaren pas te realiseren dat onze smartphone-verslaving - en zeker die van kinderen - misschien best wel een probleem is. En dat social media een keerzijde heeft op het gebied van mentale gezondheid, waar we pas veel te laat over na zijn gaan denken.

Wat niet meehelpt is dat techbedrijven optimaliseren voor meer gebruik en groei. Dat doen ze met social media en nu ook weer met generatieve AI. En ondanks het feit dat we ons inmiddels realiseren dat dit mis is gegaan bij social media, lijkt niemand ervan doordrongen te zijn dat we bij kunstmatige intelligentie nog iets kunnen doen voor het te laat is. Maar dan moeten we er wel verdomd snel bij zijn.

Deze zomer regent het verhalen over de keerzijde van chatbots. Er zijn mensen die in een soort psychose raken door de gesprekken die ze voeren met een chatbot, omdat die chatbot ze meetrekt in het idee dat ze een soort supermens zijn. Er zijn inmiddels meerdere verhalen van jonge mensen die zelfmoord hebben gepleegd nadat ze een langdurig heel persoonlijke gesprekken over hun problemen voerden met een chatbot. Nu zijn de chatbots niet de oorzaak van de problemen met de mentale gezondheid bij deze jongeren, maar mogelijk hebben ze het wel verergerd.

En er zijn aan de andere kant genoeg verhalen van mensen die zeggen daadwerkelijk iets te hebben aan gesprekken met chatbots. Die het zien als een alternatief voor een therapeut. Maar chatbots zijn geen opgeleide psychologen. Het zijn taalmodellen die uiteindelijk antwoorden genereren op basis van trainingsdata en instructies die ze hebben gekregen. En als die instructie is dat de chatbot een psycholoog is, dan is het geen psycholoog. Als de instructie is dat het je vriendin is die jou moet opgeilen, dan is het niet echt je vriendin. De praktijk leert dat het voor sommige mensen lastig is, of na een tijd wordt, om zich dat te realiseren en dat is een gigantisch risico.

Er is gelukkig heel voorzichtig wat beweging te zien. En niet alleen doordat er steeds meer journalisten schrijven over deze ontwikkeling. Sommige techbedrijven doen zelf onderzoek en proberen met oplossingen te komen - zolang ze de groei maar niet remmen. In de Amerikaanse staat Texas is justitie een onderzoek is gestart naar Meta en Character.AI, omdat ze chatbots zouden marketen als hulpmiddelen voor mentale gezondheid. En in verschillende Amerikaanse staten is wetgeving aangenomen die het gebruik van AI voor therapie-achtige diensten verbiedt.

In Nederland heeft de Autoriteit Persoonsgegevens in februari al zijn zorgen uitgesproken en tegenover Nieuwsuur spraken ook psychologen en deskundigen begin deze maand hun zorgen uit. Ze pleiten voor onderzoek naar het mogelijke verband tussen intensief gebruik van de populaire chatbots en psychosevorming. Nu is onderzoek zeker nodig, maar voor mijn gevoel is er nog te weinig urgentie en zouden de zorgen veel breder gedragen moeten worden. De ontwikkeling gaat zo snel en de geest is al uit de fles. Journalist Casey Newton sprak in zijn nieuwsbrief al over de chatbot mental health crisis en Derek Thompson noemt het zelfs een maatschappelijke crisis.

In Den Haag lijkt nog geen enkele aandacht voor dit probleem. Daar zijn ze te druk met regelen dat de benzine niet duurder wordt en dat jongeren op fatbikes een helm gaan dragen. De problematiek rondom generatieve AI en mentale gezondheid is nog te onzichtbaar voor de maatschappij en je wint er ook geen stemmen mee in oktober. En juist dat baart me zorgen.


Kort